Sint Maarten, noordelijk lampionnetjesfeest, morgen is het weer zover: voor kinderen geweldig, voor sommige volwassenen een halve (!) avond van hel en verdoemenis!
Vroeger liep ik uiteraard het hele dorp af om die plastic zak maar zo vol mogelijk te krijgen, ook de winkels moesten het gilde der zingende kinderen natuurlijk ontgelden. Uren was je er voor je gevoel mee bezig om die lampion met een prikpen uit karton te prikken en het semi-transparante papier moest je in een passende vorm uitknippen om vervolgens met lijm, uit die bekende transparante fles met oranje dop, aan de binnenkant van je lampion te plakken.
Ook nu nog worden de lampionnen nog steeds op de basisscholen gefabriceerd met als enig verschil een gloeilampje in tegenstelling tot het waxinelichtje (dat trouwens áltijd uitging want het waait en regent immers bijna altijd op de 11e van de 11e).
Ook de liedjes zijn misschien wat gemoderniseerd maar het doel blijft hetzelfde: snoep! Zoveel mogelijk! En scheep ze niet af met een pedagogisch verantwoorde organisch geteelde appel of peer want dat is slecht voor je naam in de buurt. Dan word je feitelijk de “Hier woont juffrouw kikkerbil” die hen niets meer geven wil. Indien je niet gediend bent van zingende kleuters is het natuurlijk wel een eenmalige opt-out voor het volgende jaar welke je weinig geld kost.
Het zal mij benieuwen hoeveel er dit jaar langs de deur komen, vorig jaar waren het er hooguit 25.
Nog even een kort modernistisch liedje:
“Sint Maarten, Sint Maarten,
er waren twee tomaten,
de ene had een petje op,
de ander had een kale kop”